Nieuwsbrief november 2019

Vsv nee nieuwsbrief

Er wordt ontzettend hard gewerkt om schooluitval van jongeren te voorkomen en om jongeren die zijn uitgevallen te begeleiden naar school, werk en school en/of een hulptraject.

In onze regio zijn daar verschillende coachingsprojecten voor. De een is ter preventie van schooluitval, de ander om de situatie van uitgevallen jongeren zodanig aan te pakken dat ze weer naar school en arbeid gaan en alsnog een startkwalificatie behalen.

Tijdens een herfstmiddag voor casemanagers in onze regio in het gebouw van ROC Mondriaan vertelden de mensen achter drie van deze projecten en programma’s wat zij doen, voor wie en welke resultaten zij behalen. Mooie verhalen waarin vooral de eindeloze gedrevenheid opvalt. Wat een energie!

In deze nieuwsbrief kun je over elk van deze drie programma’s lezen. Daarnaast zijn er natuurlijk nog veel meer projecten. Ook gaan we verder in op het interdepartementaal beleidsonderzoek (IBO) en wat dat voor gemeenten betekent.

Veel leesplezier!

Gea Velt,
RMC-coördinator regio Haaglanden

nov1

De gezichten achter de coachingstrajecten in de vsv-aanpak in onze regio. Vlnr: Michael Burghout (Pluscoach), Tina van den Bosch (MOA), Elisa de Jong en Winita Acharju (ELANCE Academy), Arianne Bakkenes (Pluscoach & Plusmaatje) en Saloum Darboe (In-Gang

Wat? Maatwerktraject Onderwijs & Arbeid (MOA), maatregel 4 in de vsv-aanpak
Voor wie? Jongeren van 16 tot 27 jaar die staan ingeschreven bij een 16+ onderwijsinstelling in de regio Haaglanden
Hoe? Regionale subsidie, vsv-nee

Project MOA: ‘We laten niemand los’

De pilot Maatwerktraject Onderwijs & Arbeid (MOA) blijkt een succes. Het project hoopte 125 jongeren te begeleiden, maar nauwelijks een jaar later zijn al 264 jongeren tussen 16 tot 27 jaar in begeleiding en/of kansrijk doorgestroomd naar onderwijs, een leerwerkplek in een bbl-traject, werk of hulpverlening. “We vullen met deze coaching een gat dat er eigenlijk helemaal niet zou moeten zijn”, zegt projectleider Tina van den Bosch.

Zij krijgt telefoontjes uit de hele regio over het project dat in de vsv-aanpak valt onder het negenpuntenplan met vervolgstappen om ervoor te zorgen dat het aantal vsv’ers in de regio nog verder afneemt. MOA is maatregel 4. En de interesse en de vele jongeren die bij Moa terecht komt, is groter dan gedacht.
Het project draait sinds januari 2018. “De vele aanmeldingen en de grote interesse geeft aan dat heel veel jongeren een betekenisvolle volwassene moeten missen in hun leven. Dat ze niemand in hun directe omgeving hebben die ze begeleidt bij school, ondersteunt bij hun persoonlijke ontwikkeling en het maken van de juiste keuzes.”

Zorgwekkend verzuim

Het project is voor jongeren van 16 tot 27 jaar die nog staan ingeschreven bij een 16+ onderwijsinstelling in de regio Haaglanden zoals het FlexCollege, ROC Mondriaan, mboRijnland, Wellant college en Horizon en die in de reguliere setting geen of weinig perspectief hebben op een succesvolle afronding daarvan. Zij zijn wel te begeleiden naar school, een leerwerkplek of werk. Het project is aanvullend aan de reguliere ondersteuning vanuit de scholen. “Bij zorgwekkend verzuim kan er al een mobiel verzuimteam naar de jongere toe om verdere uitval te voorkomen.”

Regie pakken

Bijna driekwart van de jongeren (74%) die bij MOA terecht komt, heeft de wens om met school verder te gaan. “Onze core business is om de jongeren te begeleiden naar school, school en werk of hulpverlening. We ervaren dat de problematiek van uitgevallen jongeren steeds complexer wordt en dat er heel veel schotten zitten tussen alle systemen. Er zijn soms al acht tot negen professionals bij zo’n jongere betrokken.” Volgens Van den Bosch kijkt MOA daarom heel duidelijk naar de vraag wat de jongere nodig heeft. “We praten vaak te veel over mensen, in plaats van mét mensen. We vragen heel specifiek aan de jongere zelf: wat heb jij nodig? Vervolgens pakken wij de regierol als betekenisvolle volwassene naast de jongere. Die hebben zij niet in hun eigen leven. Dat maakt het verschil. We brengen het netwerk om de jongere heen in kaart waardoor duidelijk wordt wie wat doet. Van daaruit werken we verder”, legt Van den Bosch uit.

Aanmelden voor project

Scholen kunnen jongeren aanmelden bij het project. Daar is een multidisciplinair team van acht professionals van gemeenten en onderwijsinstellingen uit de regio bij betrokken. De jongeren worden voor ononderbroken begeleiding gekoppeld aan een coach. Ook wordt bepaald of de jongere behoefte heeft aan het opdoen van werknemersvaardigheden bijvoorbeeld bij een dagbestedingstraject als SMJ, D’ROEM, Leren Doen, Activering. “De coach blijft de jongere, zij het minder intensief, begeleiden en monitoren tot de student het weer met reguliere begeleiding uit de school aankan of vanuit de gemeente in het geval van werk. We laten niemand los en werken samen tot iemand op de juiste plek zit.”

Meer weten over dit project? Lees de folder. Of neem contact op met Tina van den Bosch t.vandenbosch@rocmondriaan.nl

nov2

“We brengen het netwerk om de jongere heen in kaart waardoor duidelijk wordt wie wat doet. Van daaruit werken we verder”, legt Tina van den Bosch uit van MOA. (beeld: Pixabay)

Wat? Pluscoach, maatregel 1 van de vsv-aanpak
Voor wie? Jongeren met meervoudige problematiek tussen de 12-23 jaar uit Zuid-Holland Noord, Haaglanden en het Westland
Hoe? Regionale subsidie, vsv-nee

Maatjes en coaches van Plusgroep moet uitval voorkomen

Plusgroep begeleidt jaarlijks 1.000 jongeren tussen de 12-23 jaar uit Zuid-Holland Noord, Haaglanden en het Westland die dreigen uit te vallen. Negentig procent van de jongeren blijft na het coachingstraject uiteindelijk op school, zo blijkt uit cijfers van de afgelopen tien jaar.

Een coach van Plusgroep gaat in een traject van gemiddeld drie tot zes maanden niet alleen met de jongere aan de slag, maar ook met zijn/haar omgeving. Per week worden er twee tot drie sessies gehouden. Het gaat om jongeren die veel voor hun kiezen krijgen. Ze hebben te maken met gezins-, leer-, gedrags- of verslavingsproblemen, delinquentie of psychische nood.

Snel en flexibel

“We ondersteunen jongeren zodat problemen afnemen of stoppen. Op die manier wordt het behalen van een startkwalificatie weer mogelijk, wat uiteindelijk de kans op een volwaardige plek in de maatschappij vergroot”, zegt Arianne Bakkenes, coördinator Pluscoach & Plusmaatje Haaglanden. Plusgroep werkt met 24 zorgpartijen. Zodra een school een jongere aanmeldt, gaat Bakkenes aan de slag. Dat doet ze snel, flexibel en op maat. Van aanmelding tot de start van een traject zit acht dagen. “Binnen vijf dagen heb ik de jongere met een geschikte coach en een coachingstraject aan elkaar gekoppeld. Jongeren die aangemeld worden kunnen aangeven welke organisatie hun voorkeur heeft”, zegt Bakkenes.

Plusstudent

Plusgroep is vorig jaar op verzoek van het mbo vijftig studentvrijwilligers gaan inzetten voor jongeren met lichte problematiek om te voorkomen dat zij uitvallen. Ondanks Pluscoach, Plusmaatje en andere trajecten in de vsv-aanpak vielen er toch nog mbo-leerlingen tussen wal en schip. Voor de groep die niet vanzelfsprekend wordt opgemerkt, is er de Plusstudent. Studenten van de hbo-studies pedagogische hulpverlening, toegepaste psychologie, sociaal juridische dienstverlening die als stage leerlingen in het mbo begeleiden. Dankzij Plusstudent krijgen dertig jongeren nu extra begeleiding in taal, cultuur, plannen en organiseren.

nov3

Negentig procent van de jongeren blijft na het coachingstraject uiteindelijk op school, zo blijkt uit cijfers van de afgelopen tien jaar van de Plusgroep. (Foto: Pixabay)

Wat? Stichting ELANCE Academy
Voor wie? Meisjes en jonge vrouwen van 10-27 jaar
Hoe? Met subsidie van gemeente Den Haag en fondsen zoals het Oranjefonds

ELANCE Academy: grote brutale zus als coach

Welk meisje droomt er niet van een grote zus aan wie je alles kunt vragen? Over persoonlijke problemen of als je vastloopt op school? Meisjes en jonge vrouwen die bij stichting ELANCE Academy terecht komen, krijgen zo’n zus. Een persoonlijke coach die fungeert als rolmodel.

Meisjes tussen de 10-27 jaar opleiden tot sterke ambitieuze vrouwen en rolmodellen voor de volgende generatie. In Amsterdam doet de stichting dat al bijna tien jaar. In Den Haag bestaat ELANCE sinds 2018 en zijn al tachtig meiden en 48 coaches aangesloten. Ook Zoetermeer sluit binnenkort aan met twintig meisjes.

Eigen problematiek

Volgens Winita Acharju van ELANCE kennen meiden een eigen problematiek, vaak in de vorm van een laag zelfbeeld, angsten, depressies of eetstoornissen en zijn gevoelig voor misbruik van bijvoorbeeld loverboys. “Meisjes richten zich bij problemen vaak naar binnen. Meiden zijn daardoor niet of nauwelijks in beeld als ‘probleemjongeren’. Ze bezorgen de samenleving geen overlast, maar krijgen daardoor ook vaak niet de aandacht die ze verdienen. Waar jongerenwerk voornamelijk jongens aanspreekt, dreigen juist meiden tussen wal en schip te vallen. Terwijl een specifieke aanpak, gericht op meiden en hun problemen, veel kan verhelpen én voorkomen”, aldus Acharju.

Rolmodel

Codewoord in de ELANCE-methode is het rolmodel, de coach als grote brutale zus omdat zij ‘het beste de twee werelden met elkaar kan verbinden’. De coach is geen volwassene die het ‘allemaal beter weet’, maar studentes die sociale studies doen en die slechts een klein beetje ouder zijn en net iets verder zijn in het leven. Het meisje krijgt ongeveer vier uur coaching per week en bezoekt elke maand groepsbijeenkomsten om elkaar te leren kennen en een netwerk op te bouwen. “De coach inspireert en motiveert. En staat dicht bij de belevingswereld van het meisje. Samen doen ze elke week activiteiten. Er moet echt een klik zijn. Het werkt alleen als je je kunt identificeren met jouw rolmodel. Pas dan ontstaat de gedachte: ‘Als zij het kan, kan ik het ook’. Daarom besteden we veel aandacht aan het profiel van coach en meisje.”

Schooluitval

Meisjes en jonge vrouwen komen bij de stichting terecht via doorverwijzers Centrum Jeugd en Gezin en Schoolformaat. Het programma duurt 21 weken en is gericht op de ontwikkeling van de identiteit, het vergroten van zelfbewustzijn en weerbaarheid, gezonde leefstijl, opleiding, werk en toekomst en talentontwikkeling. “Vooral bij de XL-groep voor meiden van 18-27 jaar merken we dat het risico op schooluitval groot is. Ze hebben een flinke bagage en moeite om school, werk en mantelzorgtaken thuis te combineren. We zien vaak een psychische en emotionele overbelast van meiden”, zegt Acharju. Voorwaarde voor succes is wel dat meisjes het echt moeten willen. “We werken met een contract. Het is vrijwillig maar niet vrijblijvend. We verwachten dat de meiden tijd met de coach willen besteden, op hun afspraak komen en groepsbijeenkomsten bezoeken.”

Programma voor jonge en oudere meiden
ELANCE Academy heeft verschillende programma’s. Het Strong Girls XS programma is voor 10-12 jarigen en heeft coaches van 18-27 jaar; Strong Girls YOUNG voor 12-18 jaar; Strong Girls YOUNG+ voor 12-18 jaar die net wat meer aandacht nodig hebben en Strong Girls XL voor meiden van 18-27 jaar. Die laatste groep krijgt geen zus maar een powervrouw die met ze werkt aan opleiding, toekomst, zelfontwikkeling, -vertrouwen en -bewustzijn en financieel fit worden. Den Haag heeft het Strong Girls Young en Strong Girls + programma.

nov4

Een specifieke aanpak gericht op meiden kan veel verhelpen én kan schooluitval voorkomen, meent ELANCE Academy. (Foto: ELANCE Academy)

Wat? In-Gang
Voor wie? Jongeren van 16-27 jaar uit regio Haaglanden
Hoe? Subsidie gemeente Den Haag

In-Gang: ‘Wij zijn strikt met compassie’

Een van de speerpunten van ROC’s is om schooluitval tegen te gaan. Dat doet ROC Mondriaan door jongeren van 16-27 jaar opnieuw te laten aansluiten bij school, werk en/of zorg. “Wij zijn strikt met compassie, geven duidelijk de kaders aan en kijken vanuit onderwijsperspectief naar gedrag”, zegt instroomcoördinator Saloum Darboe.

Volgens hem moet het voor alle jongeren bij In-Gang ‘een logisch verhaal zijn dat ze bij ons zitten.’ Ze zijn doorverwezen door leerplicht/vsv-ambtenaren. Dat gebeurt via het aanmeldformulier. “Dit verwijsformulier is het startpunt van ons onderwijs- en coachingprogramma. Het is onze nulmeting op het moment dat jongeren bij ons komen. Uit koudwatervrees wordt niet altijd alles eerlijk vermeld uit angst dat een jongere niet welkom is. Maar om een jongere goed te kunnen helpen moeten we echt zo veel mogelijk weten”, zegt Darboe.

Coaching op de vloer

Na een grondige kennismaking met de jongere in het bijzijn van ouders, hulpverleners en/of leerplicht/vsv en hij het commitment aangaat, komt de jongere in een groep van maximaal achttien studenten terecht De student krijgt de kans om zijn schoolvaardigheden te ontwikkelen binnen een onderwijssetting. Zowel de interne studenten van het ROC Mondriaan als degenen die van buiten de school komen, zijn over bijna altijd uitgevallen op school vanwege psychosociale problemen en/of gedrag. Ze hebben moeite met belangrijke schoolvaardigheden zoals bijvoorbeeld het accepteren van autoriteit en gezag en kritiek.

Time-in

“We coachen de jongeren direct op de vloer. Tijdens groepsactiviteiten en lessen als Nederlands, rekenen, sociale vaardigheden in het klaslokaal, spreken we ze aan op hun gedrag, en wijzen ze op positieve alternatieve gedragingen. Valt het kwartje niet, dan gaan ze de time-in procedure in om daar met een andere docentcoach te reflecteren op hun gedrag”, legt Darboe uit.

Vijf trajecten

Het traject kent vijf verschillende programma’s namelijk een VTE-programma (Voortraject Entree), VTM-programma (Voortraject MBO), VTV-programma (Voortraject VaVo (Einde van het schooljaar) Ambulantprogramma (Maatwerk) en Internationaal programma (Int-Gang). Het VTE- en VTM-programma bestaat uit drie dagen per week en telt vijf groepen per jaar. De overige dagen stimuleert In-Gang de jongeren om te werken of stage te gaan lopen. “We draaien bewust geen voltijds programma omdat het ze ook nog zoveel uitdagingen hebben buiten school. Het risico op overbelasting wordt dan te groot”, stelt Darboe. Het VTV-programma bestaat uit vier dagen en het Ambulant programma is maatwerk. Het Int-Gang programma bestaat uit twee weken een aantal voorbereidings- en evaluatiebijeenkomsten.

Geslaagd

Na een positieve afsluiting van het programma stromen studenten door naar een opleiding. Wanneer een opleiding voor een student niet mogelijk en/of wenselijk is dan worden studenten begeleid naar werk en/of hulpverlening. Er wordt drie maanden nazorg verleend om de overgang soepel te laten verlopen. De programma’s van In-Gang zijn niet voor iedereen geschikt: voor jongeren die een direct gevaar zijn voor zichzelf of hun omgeving; die niet in staat zijn om een niveau 1-opleiding af te ronden; die kampen met ernstige verslaving; die dakloos zijn en daardoor niet bereikbaar zijn per telefoon, e-mail of post.

nov5

“We coachen de jongeren direct op de vloer. Tijdens lessen als Nederlands, rekenen, sociale vaardigheden in het klaslokaal, spreken we ze aan op hun gedrag”, zegt Saloum Darboe van In-Gang. (Foto: Pixabay)

Pakket maatregelen moet begeleiding van jongeren verbeteren

Gemeenten moeten meer regie nemen in hulp aan jongeren

Het aantal jongeren met afstand tot arbeidsmarkt moet nog verder omlaag. Dat blijkt uit het interdepartementaal beleidsonderzoek (IBO). Behalve het behalen van de startkwalificatie moet er ook ondersteuning op maat komen om jongeren naar zelfstandigheid te begeleiden. Met meer regie voor gemeenten. “Er is geen eenduidige regierol voor de héle groep. Daardoor zijn de jongeren tot 27 niet integraal in beeld”, aldus Ellen Ipenburg-Tomesen van het ministerie van OCW.

Nederland telt ongeveer 300.000 jongvolwassenen tussen de 16-27 jaar met een afstand tot de arbeidsmarkt. Meerdere problemen staan een diploma of werk in de weg. Dat kan beter. De ministerraad heeft daarom ingestemd met een voorstel voor een aantal maatregelen om de begeleiding van jongeren tot 27 jaar te verbeteren.
(zie overzicht maatregelen). Het kunnen bieden van ondersteuning op maat staat daarbij centraal.

Maatregelen

Zo wil het kabinet samen met gemeenten in kaart brengen hoe zij nog meer dan nu regie kunnen nemen in het bieden van hulp voor deze groep jongeren. Ook gaat het kabinet samen met gemeenten en andere partners aan de slag om ervoor te zorgen dat de hele groep jongeren tot 27 jaar die hulp kan gebruiken in beeld is. Verder wordt de Participatiewet aangepast. Voortaan hoeven bepaalde jongeren niet langer vier weken zelf te blijven zoeken naar werk of een opleiding. Daardoor kan direct de ondersteuning die nodig is, zoals de jobcoach, worden geboden. Het Kabinet blijft ook investeren in de succesvolle regionale aanpak van voortijdig schoolverlaten en begeleiding van jongeren in een kwetsbare positie. Voor de komende vier jaar is opnieuw 200 miljoen euro beschikbaar.

Startkwalificatie als uitgangspunt

“Het is essentieel om het aantal voortijdig schoolverlaters verder omlaag te brengen en te zorgen dat jongeren een startkwalificatie behalen”, zegt Ipenburg. Het kabinet blijft daarom prioriteit geven aan verder terugdringen van het aantal nieuwe vsv’ers naar maximaal 20.000 per jaar. Naast de inzet van scholen blijft ook de samenwerking met gemeenten en werkgevers nodig. “Tegelijkertijd weten we dat er een groep jongeren is voor wie een startkwalificatie (tijdelijk) niet haalbaar is. Gemeenten en scholen zetten zich reeds in om - samen met relevante andere partijen - voor deze jongeren een sluitend vangnet te bieden. Zodat ze begeleid worden naar een passende plek in leren, werken, zorg of een combinatie daarvan.”

Minder versnippering, meer regie, iedereen in beeld

De verantwoordelijkheid voor de begeleiding van deze jongeren tot 27 jaar ligt bij verschillende partijen. Bijvoorbeeld vanuit de taken voor RMC, werk&inkomen, participatie of de wmo. Ieder is wettelijk verantwoordelijk voor een deel van de keten en een deel van de groep. “Er is geen eenduidige regierol voor de héle groep. Die afbakening van taken en verantwoordelijkheden bepaalt ook wie welke gegevens van een jongere mag inzien. Daardoor zijn de jongeren tot 27 niet integraal in beeld. Gevolg is dat soms wordt gemist dat een jongere hulp nodig heeft. Bijvoorbeeld iemand van ouder dan 23 zonder startkwalificatie die geen werk heeft, maar zich niet meldt bij de gemeente voor een uitkering”, aldus Ipenburg.

Afbakening belemmerend

De huidige afbakening wordt door de verantwoordelijke partijen en door de jongeren als belemmerend, inefficiënt en verwarrend ervaren. “Daar wil het kabinet wat aan doen. Door samen met gemeenten te kijken waar de regierol moet komen te liggen, op welke manier en hoe er meer duidelijkheid en afstemming komt in de taken. Ten tweede door te kijken welke gegevens precies de professionals op welk moment nodig hebben om de hele groep tot 27 jaar te kunnen volgen en op tijd de juiste hulp op maat te kunnen bieden. Het kabinet brengt in kaart welke aanpassingen in wet- en regelgeving daarvoor nodig zijn”, legt Ipenburg uit. Minister Ingrid van Engelshoven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap zegt er het volgende over in haar persbericht: “Met verduidelijking van de regierol van gemeenten, jongeren integraal in beeld, vervolgaanpak vsv en jongeren in kwetsbare positie en meer ruimte voor maatwerk wil het kabinet samen met betrokken partners, in aanvulling op reeds bestaande initiatieven en met aandacht voor preventie toewerken naar een (nog meer) integrale en sluitende aanpak, waarin verschillende partijen (zoals overheid, onderwijs, sociale partners, zorg, justitie en veiligheid) samenwerken om jongeren effectief te begeleiden naar een zo zelfstandig mogelijk bestaan.”

Effect op de dagelijkse praktijk

In de praktijk zullen scholen en gemeenten vooral merken dat de regionale aanpak van vsv en begeleiding van jongeren in kwetsbare positie wordt voortgezet. Inmiddels zijn de voorbereidingen voor de nieuwe vierjarige regionale plannen vanaf 2020 gestart. Gemeenten en scholen hebben recent een brief ontvangen met daarin de kaders die door OCW zijn opgesteld. “Het effect van de meeste maatregelen zal niet direct, maar wel op langere termijn voelbaar zijn. De minister van OCW heeft in het Algemeen Overleg van donderdag 31 oktober toegezegd met voorstellen over de regierol en jongeren in beeld voor de zomer van 2020 te komen. Eventuele benodigde aanpassing van wet- en regelgeving heeft een doorlooptijd van zo’n twee jaar. De aanpassing van de Participatiewet is al eerder merkbaar. Een aantal veelbesproken keuzes wordt overgelaten aan een volgend kabinet, zoals een aanpassing van de RMC-leeftijd en een verschuiving van budgetten”, aldus Ipenburg.

Complexe problemen
Jongeren met een afstand tot de arbeidsmarkt hebben regelmatig te maken met meerdere problemen, een migratie-achtergrond en/of een ouder die afhankelijk is van bijstand. Zij hebben minder vaak een startkwalificatie, vaker cognitieve problemen, psychische problemen, vaker schulden en zijn vaker verdacht geweest van een delict. Ze hebben vaak te maken met meerdere instanties en hulpverleners. Verschillende partijen zoals overheden, onderwijsinstellingen, sociale partners, zorginstanties en het domein van justitie en veiligheid moeten samenwerken om jongeren effectief te begeleiden naar een zo zelfstandig mogelijk bestaan.

 

Wat kan beter?
Ondanks dat het beleid gemiddeld genomen goed werkt, werkt het niet altijd afdoende. Dat staat in het IBO. Werkgevers, hulpverleners, jongeren en andere betrokken partijen ervaren de volgende knelpunten:

  • Een goede ketenaanpak met langetermijnvisie ontbreekt.
  • Jongeren met een afstand tot de arbeidsmarkt raken te vaak uit beeld. Dit knelpunt betreft vooral uitvallers uit het entree-onderwijs, de niet- uitkeringsgerechtigden en de baanverliezers, waardoor ze niet de ondersteuning krijgen die nodig is om aan het werk te komen en blijven.
  • Integrale begeleiding over de domeinen heen ontbreekt of is ontoereikend.
  • De zelfredzaamheid van (een deel van) de jongeren met een (risico op) afstand tot de arbeidsmarkt wordt overschat.
De hele kabinetsreactie lezen op het IBO kan hier.
nov6

Onderwijsministers Ingrid van Engelshoven en Arie Slob. (Foto: Rijksoverheid)

Colofon

Tekst en eindredactie: Gea Velt en Merijn van Grieken/ Van Grieken Tekst
Beeld: Groepsfoto: Henriette Guest. Overige foto’s: Rijksoverheid en Pixabay
Vormgeving: Qabana